Normaliter zet ik de wekker altijd ruim voor ik op moet staan. Ik haat wakker worden en direct aan de dag te moeten beginnen. Vandaag is niet zo’n dag. De ervaring van de vorige Vegas reis leert dat elke minuut slaap van tevoren, pure winst is. Daarbij begin ik met een stuk betere zin aan een dag die een Vegasreisje behelst dan een willekeurige andere woensdag.
08:15 wekt de telefoon me en ik merk direct dat ik er beter aan ben dan de twee voorgaande dagen. Maandag en dinsdag had ik het gevoel behoorlijk ziek te worden maar ik kan nu toch me een redelijke zekerheid stellen dat het gevoel me misleid heeft. Ik rek me eens duchtig uit en kom ik tot de conclusie dat ik me nog niet kan douchen aangezien ik de vriendin onder die stralen water hoor zingen. Ik draai me nog maar eens om en dommel weer bijna weg bij de gedachte aan wat komen gaat:
VEGAS, BABY!!!!
Man man mán. Heb ik er even een potje zin aan. Een week lang doen waar je zin in hebt en daarbij radicaal schijt hebbend aan alles en iedereen om je heen. Alsof je als 16 jarige weer voor het eerste alleen op vakantie gaat naar een of andere vuile Zeeuwse paupercamping. Héérlijk.
Douchen, vriendin op het station afzetten en volle gas richting Peltinho. Die neemt zijn telefoon niet aan en er bekruipt me een onbehaaglijk gevoel dat dit heerschap nog pontificaal ligt te luimen. Ik bel aan maar mag geen reactie ontvangen. Fok. Nog eens bellen. Voicemail. Fok. Weer aanbellen en dan zie ik een schaduw bij de deur. Peltinho it is. Snel naar huis voor een stevig bakje Senseo en wachten tot mijn vader met schoonbroer Dennis aan komt zeilen.
Ze arriveren precies op tijd en we kunnen de korte weg richting Dusseldorf af gaan leggen. De rest van de bende vertrekt vanuit Iebus maar daar gaan we niet op wachten natuurlijk. Dennis heeft slechts vijf dagen Carnaval gevierd en ziet er serieus meer dood dan levend uit. Niemand van de VPCers kent mijn schoonbroer maar als ik de groep en Dennis een beetje in kan schatten gaat dat vast en zeker goed komen.
Mijn zus wil blijkbaar persoonlijk afscheid nemen van haar man wat betekend dat ze ons niet gewoon in de “Kiss & Fly” zone droppen maar nog even mee de vertrekhal in willen. De eerste parkeerplaats die ik in Dusseldorf kan vinden ligt ter hoogte van ring Wuppertal. Ruim twintig minuten moeten we poten om bij de vertrekhal te komen waar de rest van de bende al een verre van frisse indruk maakt na de Carnaval. Met name Fraters is weer aan de dood ontsnapt deze week door bij -12 graden buiten in de sneeuw te crashen om vervolgens in slaap te vallen. Twee uur later werd deze spijker met onderkoelingsverschijnselen door een willekeurige voorbijganger opgemerkt anders had er iemand extra ruim kunnen zitten in het vliegtuig.
We checken zonder al teveel heisa in voor de kattensprong richting Londen. Onderweg naar de douanecontrole moet Bozzie even pissen wat ons op een detour van ruim 20 minuten komt te staan. En bedankt. We slaan nog even de laatste euro’s kapot op véél te dure broodjes, kopjes koffie en taartjes als we plaats gaan nemen in de British Airways (BA) vogel.
Op de een of andere manier krijgt de piloot het voor elkaar om bijna twee uur over een simpel stukje Dusseldorf – Londen te doen. We kunnen niet landen ivm met drukte of zoiets. Whatever. Eenmaal in Londen gaan we weer door de veiligheidsmangel en Bozzie presteert het om een schoen kwijt te raken gedurende dit ritueel. Na een lange zoektocht vinden we het schoeisel terug, op een onverklaarbare wijze vastgebonden aan de tas van ondergetekende.
De meeste hebben al een vier tot vijf dagen durende alcohol binge in de benen en zijn naarstig op zoek naar fastfood. We komen in dat kader echter bedrogen uit op Heathrow. Niks geen Burger King of Pizza Hut maar Jamie Olivers plane food restaurant. Opbokken. Onze zoektocht brengt ons uiteindelijk bij een eettent waar we enorm luxe burgers kunnen knagen. Je kunt met $ betalen maar krijgt wisselgeld in ponden. Fraters is gelukkig goed voorbereid op stap gegaan en heeft nog geen dollars. Hij betaald deze bik met zijn creditcard waarna wij hem met $ terug kunnen betalen.
Nadat we vandaag inmiddels een keer of dertig in en uitwending gecheckt zijn geworden heeft een of ander helder licht besloten er nóg maar eens een veiligheidscheck tegen aan te kletsen. Voor het boarden moeten alle tassen weer opnieuw open, worden we opnieuw gefouilleerd en proberen ze nog een keer uit te vinden of we ons in de laatste tien minuten niet plotseling bekeerd hebben tot een of andere jolige Jihad strijdermilitie. Unreal. De controle kost ons ruim een uur effectieve Vegas partytijd.
De vlucht is zoals altijd. Lang. Vervelend. Saai. En lang. BA heeft wel zo’n geinig schermpje in je stoel waardoor je kunt kiezen met welke meuk je jezelf gaat vervelen. Ik kijk naar Two and a Half Man (uiteraard), House, This is it en nog wat andere ellende. Helaas is er geen ondertiteling waardoor het geheel zo goed als niet te volgen is door de herrie van de Boeing 777 en het vliegangstige geschreeuw van VDH.
Met trombose tot achter de oren is het na tien en een half uur dan eindelijk zo ver. Vegas, baby. Bright Light City. In tegenstelling tot vorig jaar zien we nu de Strip we duidelijk liggen vanuit het vliegtuig. Mooi. We zijn er weer en we hebben er zin in.
Terwijl we het vliegtuig uitstrompelen zeg ik tegen Dennis; “Welcome to the fabulous Las Vegas, sir”. Dennis kijkt ongeïnteresseerd om zich heen. Niet gek ook. Vorig jaar hadden we een binnenlandse vlucht van Chicago naar Vegas en kom je dus aan, achter de douane. Dit keer moesten we nog voorbij dit rataplan en de aankomsthal van deze McCarren terminal heeft meer weg van een vervallen vliegveld uit een voormalig Sovjet staatje dan het fabuleuze Las Vegas. Een vloerbedekking waar het gemiddelde studentenhuis zich voor zou schamen, fikheet en geuren die me direct aan het Slots – A – Fun Casino doen denken. Beat.
Onze koffers lijken ook allemaal de oversteek naar Vegas gemaakt te hebben. Win. Een klein uurtje na landen staan we allemaal buiten waar de nicotinebehoeftige onder ons zuchten van verlichting slaken. We regelen een busje dat ons voor $7,- p.p. naar het Imperialistische Paleis dat zich ons hotel noemt brengt.
Inchecken. “You’re room has Stripview”. Kewl. “It might be a bit loud”. “No problem miss, WE LIKE IT LOUD!!!!!”. Snel naar boven en de kamer uitchecken. Standaard broddelkamer. Niets geks. We zitten precies in het midden tussen Harrah’s en Imperial Palace (IP vanaf nu). Vegaskenners weten waarover ik spreek. We kijken dus op de Carnavale Party Tent en allemaal die kansloze kraampjes met o.a. die fake motortocht over de Strip. Ik kan kijken op The Mirage, ik zie in de verte het Rio en recht voor me Caesars. Links kan ik nog een stukje Bellagio meepikken en ARIA bijna in zijn geheel. Nice.
Het is 04:30 Nederlandse tijd maar van slapen of zelfs maar vermoeidheid kan natuurlijk geen sprake zijn. Een snelle douche en een uurtje later staan we met negen man op de Casinovloer. Very much Ready to Rumble. Geheel in de lijn der verwachtingen wil iedereen iets anders gaan doen. Variërend van buizen, powerbuizen, kaarten, kaarten en buizen of zelfs kaarten en powerbuizen. We willen onze eigen $2/4,- game starten @ IP maar dat kan niet omdat er een andere tafel short is. Uiteindelijk komen we met zeven man samen aan tafel en zijn de eerste Budweisers razend snel in aantocht.
Ik realiseer me binnen één hand dat ik met een stelletje anti kaarters op pad ben gegaan dat het geen enkele pas meer heeft. “You have to wait till it’s your turn, sir”. “You can only bet two on the flop, sir”. Dat soort werk wel tien keer achter elkaar. Werkelijk alles gaat fout en de dealer kijkt ons aan of we enigszins retarded zijn. Een dealer tippen na een $100,- pot op 2/4 Limit hebben we ook nog nooit van gehoord. Ik schaam me de ballen uit de broek. Fok dit. Ik ga wel buizen.
Peltinho is weer zo tof om mijn paspoort met zich mee te slepen in zijn kekke toeristenbuideltje. Peltinho zit echter al aan de bar van The Rockhouse (Nightclub precies voor IP) en dus kom ik niet binnen. Bellen. Voicemail. Bouncer het verhaal uitleggen. Bellen. Voicemail. Andere Bouncer het verhaal uitleggen en ik krijg zowaar 10 sec. om mijn paspoort te halen. IP gasten hebben gratis entree tot 11PM.
The Rockhouse is best tof. De gemiddelde bezoeker is danwel pooier, danwel hoer. Wel zo makkelijk. Zo nu een dan gaat er een sappige chick schommelen aan een autoband en Budweisers kosten “slechts” zes dollar. Niet veel later komt de gehele kliek binnen druppelen (M.u.v. Iebus die slechts 48 dagen carnaval vierde en toch afhaakte) en binnen de kortste keren gaat het volledig los. Kráters in de dansvloer, zou Damvic zeggen. Met name de werkelijk epische Dance off tussen Rens “elastieken benen” Fraters en een Neegor zou op Youtube binnen een dag een miljoen hits halen.
Wat er in gaat moet er ook weer uit natuurlijk. Restrooms aub. Links niks. Rechts niks. Enne? Bouncer vragen. “There are no restrooms, sir” Wait. What? Dus heb hebt zeg maar een nachtclub en geen toiletten. Juist. Gewoon vergeten of zit er nog een idee achter? Het idee zal wel zijn dat je door het Casino heen moet om te pissen in de hoop dat je je hele vermogen en passant nog even op de Roulette tafel dropt. De restroom in IP is echt helemaal achteraan wat gewoon zeker 500 meter is. Het toilet van O’sheas is dichterbij.
The Rockhouse wordt helemaal outplayed en tegen de tijd dat de tempel gaat sluiten (04:00 s’nachts) zijn er enkel nog stofwolken van de rockende VPC’ers te zien. Vier uur s’nachts en uiteraard geen slaap. Het is tenslotte Vegas. We besluiten maar eens polshoogte te nemen in de jullie wel bekende Pleasure Pit in Planet Hollywood. Epic beat. Waar hier vorige jaar de mooiste poppetjes kaartjes stonden te delen staan er nu dames aan de tafels die bij de locale buurtsuper nog niet op zouden vallen. Slecht verhaal. We willen natuurlijk de manager spreken maar die schijnt niet te werken om half vijf s’ochtends. Laaiend.
Peltje is inmiddels aan de nachtrust begonnen en bij rest is het beste er ook wel af. Vegas en slapen zijn twee dingen die ik niet nog niet succesvol heb weten te combineren en ik zie dan ook geen enkele reden om mijn bed van dichtbij te gaan bekijken. Bellagio it is.
Ik schrik me een n’hoedje als ik Bozzie zowaar in mijn slipstream mee zie wandelen richting Bellagio. Enne? Deze huisvader hoort al lang een breed in bed te liggen maar haakt hier zowaar aan in het wiel van een van de kopmannen. GG.
In het Bellagio is niemand. Serieus. Niemand. De eerste levende die ik tegenkom is de Pokerroom manager. Er lopen slechts vier games maar er zijn nog twee plaatsjes aan de 1/2NL. Uiterst. Budweiser please. In deze game zit een mooie jonge dame die claimt pokerpro te zijn. Ze is niet bang. Verre van zelfs. Naast me zit een soort van wannabee gangster met dito vriendje. Deze dame krijgt dit gangsterheerschap op een dusdanige tilt dat ze zelf letterlijk met de dood bedreigd wordt. Het maakt geen enkele indruk. “Who are you going to bring to beat me up, then? Some of your highroling 1/2$ Maffia buddies? Lol” Epische chick. Na anderhalf uur stop ik maar eens met kaarten en besluit ik mijn volledige winst (3$) in Phil Ivey style aan de cashier te doneren. Baller FTW!
Onderweg naar IP komen Bozzie ik wel 25 joggers tegen. Misschien toch maar eens tijd het bed in te duiken. 07:05 lig ik erin. Puike eerste avondje. Morgen meer. Veel meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten